Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

somatropine

Somatropine is een hormoon. Het wordt door een klier in de hersenen (hypofyse) gemaakt.

Artsen schrijven dit medicijn voor bij een tekort aan groeihormoon.

Wat doet somatropine en waarbij gebruik ik het?

Groeiachterstand

Groeihormoontekort
Groeihormoon is het hormoon dat bij kinderen zorgt voor de lengtegroei. Volwassenen kunnen ook een tekort aan groeihormoon hebben. Eén oorzaak is als ze in hun jeugd al een tekort hadden en daardoor een groeiachterstand. Dit komt bijvoorbeeld voor bij het syndroom van Turner, een aangeboren groeistoornis. Een andere oorzaak is als de klier die zorgt voor de aanmaak (de hypofyse) op volwassen leeftijd beschadigd raakt. Bijvoorbeeld door een ongeval, een tumor, een operatie of bestraling. Ook een verminderde werking van de nieren kan in zeldzame gevallen een tekort aan groeihormoon veroorzaken.

Verschijnselen
De klachten bij een tekort aan groeihormoon zijn vermoeidheid, gebrek aan energie, moeite met concentreren en een slechter geheugen. Ook kunt u minder gespierd raken en kunnen uw botten zwakker worden. Verder kunt u dikker worden, bijvoorbeeld op uw buik.

Behandeling
Deze klachten komen bij veel ziekten voor. Ze ontstaan lang niet altijd door een tekort aan groeihormoon. Daarom zal uw arts uw bloed onderzoeken om te kijken hoeveel groeihormoon uw lichaam aanmaakt.

Als vaststaat dat uw klachten ernstig zijn en het gevolg van een tekort aan groeihormoon,  kan uw arts somatropine voorschrijven.

Werking
Somatropine heeft op veel processen in het lichaam effect. Het bevordert de spiergroei, versterkt de botten en vermindert de opslag van vet in het lichaam.  Uw arts zal de hoeveelheid groeihormoon elk half jaar controleren. Naarmate u ouder wordt, zal uw arts de dosering geleidelijk verlagen. De hoeveelheid groeihormoon neemt van nature namelijk af bij het ouder worden.  

Lees meer over groeiachterstand . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Pijn, jeuk, zwelling en irritatie op de injectieplaats.

    Zelden een bloeduitstorting. U voorkomt dit door steeds een andere plaats te kiezen voor de injectie.

  • Vocht vasthouden. Hierdoor kunt u de volgende klachten krijgen:

    • Dikke enkels en voeten. Of een dik gezicht.
    • Toename van uw gewicht.
    • Hoofdpijn, zelden migraine. Waarschuw uw arts bij hevige hoofdpijn, samen met misselijkheid en wazig zien. Dit kan wijzen op een ernstig verhoogde druk in de hersenen, maar dat hoeft niet. Als dit het geval is moet u meestal stoppen met dit medicijn.
    • Pijn in gewrichten en spieren, gespannen spieren en stijfheid van armen en benen.
    • Doof of tintelend gevoel van de huid. Blijft u hier last van houden, raadpleeg dan uw arts. Zeer zelden kunt u tintelende vingers krijgen door een beklemde zenuw in uw pols (carpale-tunnel-syndroom). Raadpleeg bij tintelende vingers uw arts.
       

    Dit komt vooral de eerste maanden van de behandeling voor en verdwijnt meestal vanzelf als u aan het medicijn gewend bent geraakt.

  • Te hoog bloedglucose. Bij mensen die hiervoor gevoelig zijn, kunnen daarom verschijnselen van diabetes (suikerziekte) ontstaan. U merkt dit aan verschijnselen als veel dorst en veel moeten plassen. Mensen met diabetes kunnen tijdens de behandeling meer insuline of bloedsuikerverlagende tabletten nodig hebben.

    Meet daarom extra vaak uw bloedglucose.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Zwak gevoel, vermoeidheid. Waarschuw uw arts als u extreem moe bent en daarnaast ook een bleke huid en slijmvliezen heeft.

    Zeer zelden komt dit door bloedarmoede.

  • Zwelling van de borsten. Ook mannen kunnen dit krijgen.

    Deze bijwerking gaat over als u stopt met dit medicijn. Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft.

  • Pijn in de borst.

  • Huiduitslag en galbulten.

    Zeer zelden eczeem en jeuk. Dit kan komen door overgevoeligheid voor dit medicijn, maar dat hoeft niet. Raadpleeg uw arts, als u dit merkt.

  • Slapeloosheid en slaapapneu (kortdurende periode van ademstilstand tijdens de slaap).

    Neem contact op met uw arts als u merkt dat u nachtelijke aanvallen van stokkende ademhaling heeft.

  • Kortademigheid, benauwdheid.

  • Te veel cholesterol en andere vetten in het bloed.

    Uw arts zal uw cholesterol regelmatig controleren.

  • Bij mensen die groeihormoontekort hebben doordat de nieren minder goed werken: buikvliesontsteking, uitval van de nieren, ontsteking van de botten. Waarschuw uw arts bij koorts, buikpijn, pijn in botten en gewrichten, donkere urine, en als u minder plast dan normaal.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Langzame of juist te snelle werking van de schildklier.

    Heeft u al schildklierproblemen? Uw arts zal uw schildklier extra controleren en eventueel de dosering van somatropine aanpassen.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, buikpijn, diarree en winderigheid.

  • Duizeligheid, draaierig gevoel, slaperigheid.

  • Problemen met plassen, zoals ongewild urineverlies, vaak moeten plassen en bloed in de urine.

    Neem contact op met uw arts als u problemen krijgt met plassen.

  • Vocht of slijm uit de vagina, vaginaal bloedverlies of veel bloedverlies tijdens de menstruatie.

  • Meer beharing in het gezicht of op het lichaam bij vrouwen.

    Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft.

  • Psychische klachten, zoals stemmingswisselingen, depressie, prikkelbaarheid, snel ruzie maken en stoornissen in het gedrag, zoals ziekelijk perfectionisme.

  • Versnelde hartslag, hoge bloeddruk.

  • Ontsteking van de alvleesklier

    Waarschuw uw arts bij zeer hevige aanhoudende buikpijn.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan huiduitslag, galbulten of jeuk.

    Raadpleeg dan uw arts. In zeldzame gevallen ontstaat er een pijnlijke huidafwijking met een rode, branderige huid met schilfers. Stop dan het gebruik en waarschuw uw arts of ga naar de Eerste-hulpdienst.
    Als u overgevoelig bent, mag u dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor somatropine. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik somatropine gebruiken met andere medicijnen?

Er zijn van dit medicijn geen belangrijke wisselwerkingen met andere medicijnen bekend.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden, alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Het is niet bekend of extra toegediend somatropine schadelijk kan zijn voor het ongeboren kind. Gebruikt u dit medicijn en denkt u erover om zwanger te worden, overleg dan met uw arts.

Borstvoeding
Gebruik dit medicijn NIET als u borstvoeding geeft of stop de borstvoeding. Het is namelijk niet bekend of via een injectie toegediend somatropine in de moedermelk terechtkomt en of dit schadelijk is voor de baby. Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Hoe?
Dit medicijn wordt onder de huid geïnjecteerd. U zult meestal in het begin van de behandeling leren hoe u zelf moet injecteren. Kies dan elke keer een andere injectieplaats. Dan heeft u minder kans op irritatie op de plaats van de injectie. Lees de instructie in de bijsluiter.

Wanneer?
U kunt de injectie het beste ’s avonds toedienen. Dit komt het meest overeen met de natuurlijke situatie. Onder normale omstandigheden maakt het lichaam ’s nachts namelijk het meeste groeihormoon aan.

Gebruik de injectie elke avond rond hetzelfde tijdstip, dan vergeet u minder snel een dosis.

Hoelang?
Een behandeling met somatropine is vaak langdurig. Het kan levenslang worden gebruikt. Bij volwassenen kan het gebruik soms worden afgebouwd, omdat onder normale omstandigheden het lichaam op oudere leeftijd ook steeds minder groeihormoon aanmaakt.