Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

lisdexamfetamine

Lisdexamfetamine is een stimulerend medicijn. Het verbetert de aandacht en het maakt u minder hyperactief en impulsief. Daardoor doet u minder snel spontaan iets zonder daar vooraf bij stil te staan.

Artsen schrijven lisdexamfetamine voor bij ADHD.

Wat doet lisdexamfetamine en waarbij gebruik ik het?

ADHD bij volwassenen

Verschijnselen
Lisdexamfetamine wordt gebruikt bij aandachtstekort met hyperactiviteit, ook wel ADHD genoemd, naar het Engelse begrip ‘Attention Deficit Hyperactivity Disorder’. Mensen met ADHD vinden het moeilijk hun aandacht lang ergens op te richten en ze zijn vaak ook zeer beweeglijk, impulsief en actief.

ADHD wordt vaak ontdekt bij kinderen. Maar ook volwassenen kunnen ADHD hebben. Er zijn ook mensen die als kind al ADHD hadden, maar daar pas op volwassen leeftijd achter komen. Verder komt ADHD vaker voor bij mensen met een autistische stoornis en mensen met een verstandelijke beperking.

Behandeling
Meestal krijgen mensen met ADHD gedragstherapie om zo te leren met hun aandoening om te gaan. Ook kan de arts lisdexamfetamine voorschrijven.

Lisdexamfetamine is een medicijn dat gebruikt wordt bij kinderen met ADHD. Het is een hulpmiddel, de aandoening verdwijnt er niet door. Wel worden de klachten minder extreem, waardoor de gedragstherapie beter werkt. Dit medicijn is minder goed onderzocht bij volwassenen met ADHD dan bij kinderen met ADHD. Hoe goed lisdexamfetamine werkt bij volwassenen is daarom nog niet bekend. Volwassenen hebben ook meer kans op bijwerkingen.

Werking en effect
Na het innemen breekt uw lichaam lisdexamfetamine af tot dexamfetamine. Hoe dexamfetamine werkt bij ADHD bij volwassenen is niet precies bekend. Toch lijkt het positief te werken bij mensen met ADHD. Dat komt doordat dexamfetamine ervoor zorgt dat er meer dopamine en noradrenaline in de hersenen vrijkomen. Daardoor is het makkelijker om de aandacht vast te houden. Het werkt na 1,5 uur en blijft ongeveer 13 uur lang werken.

Lees meer over adhd bij volwassenen . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Minder eetlust, waardoor u kunt afvallen.

    U kunt deze bijwerking minder maken door het medicijn bij het eten in te nemen. Na een paar weken is dit effect op de eetlust meestal weer over. Raadpleeg uw arts als het eten echt een probleem gaat worden.

  • Niet kunnen slapen (slapeloosheid)

    Daarom is het belangrijk dat u dit medicijn in de ochtend inneemt. U heeft hier de eerste week het meeste last van. Daarna wennen de meeste mensen aan deze bijwerkingen.

    Zie ook het kopje 'Autorijden' verderop in deze tekst.

  • Droge mond

    Heeft u veel last van een droge mond? Zuig dan op ijsblokjes of kauw op (suikervrije) kauwgom zodat u meer speeksel maakt. 

    Poets en flos ook extra goed, omdat door een droge mond u meer kans heeft op gaatjes in uw gebit. Laat als u wilt de tandarts vaker controleren.

  • Hoofdpijn

  • Buikpijn

    De klacht wordt meestal minder als u dit medicijn met wat voedsel inneemt. 

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, overgeven, diarree en verstopping.

    De klachten worden meestal minder als u dit medicijn met wat voedsel inneemt. 

  • Minder zin in vrijen.

    Bij mannen: moeilijker krijgen van een stijve penis.

  • Psychische klachten, zoals angst, depressieve gevoelens, stemmingswisseling, zenuwachtig, opgewonden of onrustig zijn, extra geprikkeld zijn en agressief zijn. Zeer zelden veel te vrolijk zijn (euforie), weinig slaap nodig hebben en te veel energie hebben (manie) en dingen zien die er niet zijn (hallucinaties).

    Raadpleeg uw arts als u te veel last heeft van een van deze klachten.

  • Hartkloppingen, een versnelde hartslag en een verhoogde bloeddruk.

  • Hartziektes, zoals een pijnlijk en drukkend gevoel op de borst (angina pectoris) en meer kans op een hartaanval. Zeer zelden hartspierziekte (als uw hartspier niet goed samentrekt of ontspant).

    De kans hierop is groter bij mensen die angina pectoris hebben of al eerder een hartaanval hebben gehad. Neem contact op met uw arts als uw hartkramp verergert of als u plotseling last heeft van pijn op de borst.

  • Tics

     

    Tics zijn bewegingen of geluiden die u maakt zonder dat u dat zelf wilt. U kunt ze niet of heel moeilijk tegenhouden.

  • Tandknarsen en kaakklemmen

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Koorts, veel zweten, benauwd zijn

  • Slaperigheid, moeheid en duizeligheid. Zeer zelden flauwvallen.

    Dit is vooral lastig bij activiteiten waarbij u moet opletten, zoals autorijden, het beklimmen van een ladder of als u aan het werk bent. Rijd geen auto als u last heeft van deze bijwerking.

  • Huiduitslag, jeuk en galbulten.

     

    Huiduitslag kan wijzen op overgevoeligheid, maar dat hoeft niet. Zie verder bij Zeer zelden Overgevoeligheid.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Smaakproblemen

    Eten en drinken kunnen anders smaken dan u gewend bent.

  • Wazig zien en grotere pupillen

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Sommige psychische en neurologische ziektes kunnen erger worden.

    Uw arts zal dit medicijn dan meestal niet voorschrijven. Dit is vooral belangrijk als u aanleg hebt voor tics, zoals bij het syndroom van Gilles de la Tourette, epilepsie, ernstige geestelijke verwarring en ernstige angststoornissen.

    Mensen met schizofrenie (psychose) kunnen meer klachten krijgen. U kunt dingen gaan zien, horen of voelen die er niet zijn (hallucinaties) of denken en geloven die niet kloppen (waandenkbeelden). Zorg ervoor dat uw arts deze klachten weet voordat u het gaat gebruiken.

  • Bij jarenlang gebruik kan depressie ontstaan.

     

    Krijgt u depressieve klachten? Ga dan naar uw arts. Uw arts kan beoordelen of u moet stoppen.

    Zie ook het kopje ‘Mag ik zomaar met dit medicijn stoppen?’ verderop in deze tekst.

  • Koude handen en voeten. Vooral mensen met de ziekte van Raynaud hebben hier last van, omdat ze eerder last krijgen van koude vingers en tenen.

    Dit is het gevolg van het nauwer worden van de bloedvaten. Het kan zijn dat u hier last van blijft houden zolang u dit medicijn slikt. Zorg voor voldoende bescherming tegen kou door warme kleding te dragen, zoals wanten en sokken. Neem contact op met uw arts als deze bijwerking te veel last geeft.

  • Meer kans op hartritmestoornissen. U kunt last krijgen van plotselinge duizelingen of even buiten bewustzijn raken.

    Dit is vooral belangrijk voor mensen met de hartritmestoornis aangeboren verlengde QT-interval. Gebruik dit medicijn NIET als u deze hartritmestoornis heeft. Overleg met uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten en jeuk.

    Als u last heeft van deze klachten, ga dan naar uw arts. 

    In zeldzame gevallen kunt u benauwd of duizelig worden, flauwvallen of koorts krijgen. Of u kunt zwellingen krijgen in het gezicht, de lippen, mond en keel, waarbij u erg benauwd wordt. In zeer zeldzame gevallen ontstaat er een ernstige huidaandoening met blaren op de huid. Waarschuw in al deze gevallen direct een arts of ga naar de Eerstehulpdienst.

    Als u overgevoelig bent voor lisdexamfetamine, mag u het niet meer gebruiken. Geef dit daarom door aan de apotheker. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Bloedneuzen

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik lisdexamfetamine gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De belangrijkste wisselwerkingen met dit medicijn zijn de volgende.

  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld de rijvaardigheid versterken elkaar. Rijd geen auto als u meer van dergelijke medicijnen gebruikt.
  • Fenelzine en tranylcypromine, medicijnen tegen depressie. Bij combinatie met lisdexamfetamine heeft u meer kans op koorts en een zeer ernstige verhoging van de bloeddruk. Deze medicijnen mag u niet in combinatie met lisdexamfetamine gebruiken. Raadpleeg uw arts. Mogelijk kunt u overstappen op een ander medicijn.
  • Sommige medicijnen tegen hiv (virus dat aids veroorzaakt). Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

Autorijden?
Het kan gevaarlijk zijn deel te nemen aan het verkeer als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals nerveus zijn, angst en rusteloos zijn. U mag de eerste 3 dagen dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Rijd ook geen auto als de dosering omhoog gaat. Pas nadat u 3 dagen dezelfde dosering gebruikt, mag u weer autorijden.

Na 3 dagen zijn de meeste mensen voldoende gewend geraakt aan de effecten. U mag dan weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen.

Let op: ook ADHD kan een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij sommige ziektes? Kijk dan op de website van het CBR.

Nieuwe wet: vanaf 1 juli 2017 kunnen deelnemers aan het verkeer met een speekseltest gecontroleerd worden op drugsgebruik. Daarbij maakt de politie geen uitzondering voor het medicinaal gebruik van lisdexamfetamine.

Als u lisdexamfetamine gebruikt, kunt u een positief testresultaat verwachten. Dat betekent dat u risico loopt op een boete of ontzegging van de rijbevoegdheid.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer‘ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

Alcohol drinken?
Alcohol maakt de bijwerkingen van dit medicijn sterker, zoals zenuwachtig en onrustig zijn. Ook heeft alcohol invloed op het inschatten van situaties en het maken keuzes (beoordelingsvermogen). Drink daarom minder alcohol of drink liever geen alcohol.

Alles eten?
U mag eten en drinken zoals u normaal ook doet.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Meld het aan uw arts en apotheker zodra u zwanger bent of dit binnenkort wilt worden. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Er zijn niet veel zwangere vrouwen die dit medicijn hebben gebruikt. Daarom is niet zeker of dit medicijn altijd veilig is voor zwangere vrouwen en hun kind. Wel is bekend dat bij gebruik tijdens de zwangerschap bij de baby ontwenningsverschijnselen kunnen ontstaan. Samen kunt u bespreken wat het risico voor de baby is als u doorgaat met het medicijn. Of wat het risico voor u of uw baby is als u met het medicijn stopt.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Dit medicijn komt in de moedermelk. Het is niet zeker of dit medicijn veilig is voor de baby. Mogelijk kunt u flesvoeding geven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Hoe?
Neem de capsule heel in met een half glas water. Dit kan met of zonder voedsel. U mag de capsules ook openen en de inhoud van de capsule strooien over zacht voedsel. Bijvoorbeeld in yoghurt of in een glas water of sinaasappelsap. Als het nodig is, kunt u de klonten met een lepel losmaken. Meng goed neemt dit meteen in.

Wanneer?
U kunt dit medicijn het beste ’s ochtends innemen, bijvoorbeeld iedere ochtend vóór het ontbijt. Het werkt dan de hele dag.

Hoelang?

U kunt dit medicijn voor een langere tijd gebruiken. Uw arts bekijkt minstens 1 keer per jaar of gebruik van dit medicijn nog nodig is. U kunt het beste dit ook zelf bijhouden, bijvoorbeeld door elke dag een cijfer te geven aan uw gedrag.

Soms adviseert uw arts om één of meer keren per jaar een paar weken te stoppen. Tijdens deze ‘medicijnvakantie‘ kunt u kijken of het medicijn nog nodig is. Mogelijk kunt u in de tussentijd voldoende omgaan met de aandachtsproblemen en de overmatige activiteit. Dan is dit medicijn niet meer nodig.